Vorige week dinsdagmiddag 21 mei gingen drie jongeren (14, 15 en 23 jaar) en drie ouders in gesprek met zeven van onze collega’s. Het doel? Ervaringen uitwisselen over geweld in de jeugdzorg. Wat is geweld in de jeugdzorg? Wat maken onze gezinnen en jeugdprofessionals mee? Waar kunnen we van leren?
Aanleiding was het volgende maand te verschijnen rapport van Commissie de Winter die onderzoek heeft gedaan naar geweld in de jeugdzorg (1945 – 2016). In de aanloop daartoe hebben een aantal jeugdzorgorganisaties samen met Jeugdzorg Nederland meerdere bijeenkomsten georganiseerd met cliënten en professionals, om te praten over geweld in de jeugdzorg. Geconstateerd werd dat we nóg meer kunnen en moeten doen om de jongere te horen en een positie te geven in het hulpverleningstraject. Eén vervolgactie is het organiseren van dialoogbijeenkomsten in instellingen. Vanuit Jeugdbescherming Rotterdam mochten wij alvast ‘oefenen’ met een dialoog. Onder het genot van een hapje en drankje ontstond een waardevolle uitwisseling. We kijken dan ook terug op een inspirerende bijeenkomst.
Na een kort welkomstwoord van onze bestuurder Arina Kruithof en een introductie van gespreksleider Anica Schilperoord (Missing Chapter) kwam het gesprek op gang.
Machtsvertoon
Een van de jongeren bracht naar voren dat machtsvertoon tussen een cliënt en een hulpverlener als geweld wordt ervaren. “Soms werd ik gewoon aangestaard door een groepsleider totdat ik zou exploderen, later bleek dat dit onderdeel van de behandeling was. Dat voelt als geweld”. De jongere vervolgt: “Kijk, ik ben niet heilig, ik ben koppig en kan niet goed luisteren. Maar vijf van de tien keer zit ik echt niet fout. Ik voel me dan zo machteloos.” Een jeugdbeschermer die zelf in de gesloten jeugdzorg heeft gewerkt knikt: “Hulpverleners stellen zich vaak minder kwetsbaar op uit angst om hun gezag te verliezen.”
Raar he?
Een andere jongere vertelt dat hij een gelukkige tijd heeft gehad in de open woonvoorziening waar hij jarenlang woonde. “Ik voelde me vrij en gelukkig binnen de groep. Natuurlijk wilde ik graag bij mijn moeder zijn, maar de begeleiding deed mij goed. De troost van een knuffel door de groepsleiding hielp mij. Ik vond het ook best moeilijk om afscheid te nemen van de groep”. De jongere grinnikt: “Raar he?” Een jeugdbeschermer reageert: “Onlangs vertelde een van mijn jongeren tijdens een evaluatiegesprek dat zij echt gelukkig is binnen de gesloten setting waar zij verblijft.” De gespreksleider vroeg vervolgens wat haar gelukkig maakte. Hierop vertelde de jeugdbeschermer dat er geen ruzies meer waren, het meisje werd gehoord en ze ging weer naar school.
‘Mensenwerk’
Dat het werk van de jeugdbescherming ‘mensenwerk’ is komt gedurende het dialoog diverse keren aan bod. “Soms voel je geen klik”, vertelt een van de moeders, “Maar je moet meewerken, want het is verplicht.” Zij mist soms empathie bij hulpverleners. “Als een jeugdbeschermer zich kwetsbaar opstelt, kun je makkelijker een fout accepteren. Ik merkte dat mijn jeugdbeschermer toch om mijn kinderen ging geven en dat deed mij goed. Kwetsbaarheid en openheid draagt bij aan het bevorderen van de gelijkwaardige relatie.”
Tips
Gedurende het dialoog kwamen diverse tips voor jeugdbeschermers naar voren;
- Dreig naar een jongere niet met een gesloten plaatsing. In plaats daarvan kun je blijven benoemen waarom het gedrag een gevaar vormt voor de jongere of zijn omgeving.
- De dreiging van een overplaatsing heeft invloed op de veiligheidsbeleving van een jongere. Jongeren zouden zich geen zorgen hoeven te maken waar zij vanavond slapen.
- Bespreek met de jongere zijn traject. Als een jongere wordt overgeplaatst, geef de jongere uitleg hierover en betrek hem of haar in de besluitvorming. Als zijn of haar mening niet gehonoreerd kan worden, leg dan uit waarom. Check altijd of de jongere jouw uitleg begrepen heeft.
- Bereid een jongere voor voorafgaand aan een evaluatiegesprek (met meerdere hulpverleners) of verwerf zicht in de wijze waarop de groepsleiding dit doet, zodat je hierop kunt anticiperen.
- Als de samenwerking met een cliënt stroef verloopt, maakt dit dan bespreekbaar. Bevraag de cliënt hiernaar, vertel je eigen ervaringen en inventariseer samen met de cliënt welke oplossingen mogelijk zijn.
- Informeer de cliënt over welke verwachtingen hij mag hebben van jou als jeugdbeschermer. Blijf benoemen dat het vak jeugdbescherming mensenwerk is. Stel jezelf kwetsbaar op en biedt excuses voor de dingen die we anders hadden kunnen doen.
Het gesprek werd afgesloten door Arina Kruithof, bestuurder JBRR. “In de relatie tussen de jeugdbeschermer en de cliënt is sprake van ongelijkheid - net zoals die er is in de relatie tussen een ouder en een kind, daar staat echter liefde tegenover. Het is onze opgave om de ongelijkheid in de relatie tussen de jeugdbeschermer en de cliënt zo klein mogelijk te maken. Hierin is de kunst om ons kwetsbaar op te stellen.” Vervolgens sprak ze grote complimenten uit voor alle deelnemers, in het bijzonder aan de aanwezige jongeren en de ouders.
Ambitie
Deze (inmiddels tweede) dialoog onderstreept de ambitie die JBRR heeft om de stem van de cliënt meer en structureel te laten horen binnen de organisatie. Het is mooi om te zien dat de gesprekken door zowel de aanwezige jeugdbeschermers als cliënten enthousiast werden ontvangen.