‘Het kind in de hoek van de kamer’
Het is bijna kerst. Ik ben klaar voor vandaag en sla mijn laptop dicht. Al ‘fijne dagen!’ wensend loop ik naar mijn auto en rij naar huis. Hartje Rotterdam. Je begrijpt: dikke file. Terwijl ik sta te wachten trekt langs mijn raam de verscheidenheid van de stad voorbij.
Uitgelaten kinderen met tassen vol knutsels, een gestreste moeder met twee kleuters en een heleboel Aldi tassen op een oude fiets. Een jongen met een koptelefoon, diep verscholen in zijn winterjas. Een grote man vol tatoeages die wat geïrriteerd sjort aan een klein kerstboompje. Daarachter twee vrolijk kletsende meiden die samen hand in hand op een bankje zitten. Ik rij langs grijze flatjes en rijk versierde huizen met vrolijke lichtjes. Ik weet als geen ander dat niets is wat het lijkt en welke wereld er achter een simpele voordeur kan liggen. Onwillekeurig denk ik aan mijn collega’s die deze kerst paraat staan. Ook dit jaar zullen zij uitrukken om kinderen en jongeren in de meest schrijnende acute situaties op te vangen. Een beeld popt op van die jeugdbeschermer die mij vanmorgen vertelde over het gezin waar zij zich zo’n zorgen over maakt. Juist in deze tijd waar iedereen meer op elkaars lip zit.
Onveiligheid, dat is helaas iets van alle tijden. Toch was ik het afgelopen jaar soms verbijsterd: zien we in Nederland deze groep kinderen en jongeren wel? Hebben zij prioriteit? Zijn we werkelijk bezorgd over het meisje dat zonder ontbijt, met blauwe plekken naar school komt? Hebben wij echt buikpijn van de jongen die het geweld van zijn stiefvader kopieert? Of is het een van de vele onderwerpen die zich ver van ons bed afspelen? En als er al bezorgdheid wordt uitgesproken, snappen we dan ook hoeveel tijd en aandacht het van onze mensen vraagt om deze kinderen en gezinnen te helpen? Begrijpen we hoeveel werk een jeugdbeschermer heeft verricht voor zij een tekening van een meisje krijgt met de tekst ‘Voor mijn lieve voogd op gympen’? In de politiek en media gaat het zo vaak over het geld, boze ouders en de misstanden in de jeugdzorg. Ik wil niet zeggen dat dat er niet toe doet. Integendeel. Maar zien we door dit alles deze kwetsbare kinderen nog staan? In een wereld waar grote thema’s als het klimaat en wereldvrede de agenda domineren. Laten we hen in de kou staan? Tijdens gesprekken met ouders in een complexe scheiding leggen onze mensen nog wel eens een foto van het kind op tafel. Zo van, ‘vergeet niet waar we het hier over hebben’. Ik vraag me af: hebben wij die juiste focus?
Het afgelopen jaar noemde ik de jeugdbescherming meermaals de Intensive Care van de jeugdzorg. Sinds de pandemie iets wat tot de verbeelding spreekt. Wij zijn er als de veiligheid in het geding is, als het echt niet verder kan. Onze jeugdbeschermers stappen naar voren in de moeilijkste situaties. Zij maken op dit moment met kunst en vliegwerk het verschil, al is het soms klein. Voelen zij zich genoeg gesteund door de overheid, de maatschappij, door mij?
Ik zal niet liegen: we hebben het moeilijk. De werkdruk is hoog, er zitten veel jeugdbeschermers ziek thuis en we zijn met te weinig collega’s om te zorgen dat ieder kind direct een vast gezicht krijgt. Ondertussen doen we ons stinkende best om ons hoofd boven water te houden, te investeren in verbeteringen. Allemaal om te doen wat nodig is om kinderen en jongeren veilig te houden. En dat lukt. Zij staan bij ons op één.
Nog even terug naar die foto op tafel. Het kind in de hoek van de kamer dat luistert naar het gesprek dat wij voeren. Jij en ik. Zien we hem? Heeft hij prioriteit, heeft hij onze focus? Laat dat onze uitdaging zijn voor 2023. Met de nieuwsbrief die wij vanaf nu naar ketenpartners sturen hopen we u en jou die foto af en toe voor te houden. Laat je bijvoorbeeld raken door het verhaal over de kinderen van Debbie.
Arina Kruithof, bestuurder Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond
Reageren op deze column? Stuur me gerust een berichtje!