“Connectie maken, dat betekent kleine stukjes van jezelf geven”

17 april 2023

Twee ouders zitten tegenover me aan tafel. De baby die zij een paar weken geleden kregen, hebben ze al die tijd nog niet gezien. Ze zijn boos. Boos op mijn collega’s van het crisisinterventieteam die het meisje meenamen. Ik kijk naar de vrouw tegenover me. Een moeder, net als ik. Hoe zou het zijn om je pasgeboren baby niet bij je te hebben? Ik slik. De emotie vliegt over tafel. Ondertussen valt me op dat de moeder op haar wang bijt. Ik herken het als een kenmerk van cocaïnegebruik en besluit het te benoemen. Even is er verwarring aan de andere kant van de tafel. Maar dan blijkt dat deze kleine opmerkzaamheid juist vertrouwen geeft. Ik ben eerlijk en vertel beide ouders dat ik niet weet of hun dochter weer thuis komt, omdat er grote zorgen zijn over de veiligheid die zij haar kunnen bieden. Wat volgt is een open gesprek en uiteindelijk gaan deze ouders rustig naar huis. Ik weet het: openheid en transparantie naar ouders moet je durven. Daar is lef voor nodig. Inmiddels gaat dat bij mij zonder na te denken. Dat heeft vast iets met m’n levenservaring te maken. Maar zeker ook met empathie: als ik in de schoenen van deze ouders stond, zou ik ook heel helder willen weten hoe het ervoor staat.

Bovenstaand stukje is zomaar een verhaal dat van de lippen van jeugdbeschermer Ilona rolt. Bestuurder van JBRR Arina Kruithof vroeg Ilona of zij haar mocht interviewen over vakmanschap in de jeugdbescherming.

Gouden combinatie
Na een lange tijd werken op groepen waar jongeren werden getraind in zelfstandigheid wil Ilona wat anders: “Toen zei mijn manager dat ze mij wel een type vond voor de jeugdbescherming: recht voor zijn raap, standvastig, empathisch, maar ook een regelaar.” Arina knikt: “Dat herken ik: plannen, regelen, organiseren én mensen aanvoelen - een combinatie die maar weinig mensen hebben. In de jeugdbescherming is die combinatie goud.”

Ilona volgde het advies van haar manager op en is nu drie jaar jeugdbeschermer bij JBRR. Het begin was niet makkelijk. Ilona: “Het eerste jaar vond ik echt moeilijk. Ik liep aan tegen de zittingen en al het gedoe op social media. Als jeugdbeschermer word je erg in een hokje gestopt. Een hokje waar ik van denk: ‘dat ben ik niet!’ Dat trok ik me aan. Ik ben juist iemand die meebeweegt en luistert naar m’n onderbuikgevoel.”

Eigen rugzakje
Arina: “Je benoemde dat jij je probeert te verplaatsen in het gezin waar je mee werkt. Hoe doe je dat dan?” Ilona haalt haar schouders op: “Ik heb zo mijn eigen rugzakje vol levenservaring. Mijn opvoeding, nare gebeurtenissen, werkervaringen, relaties die stuk gaan, ouders waar ik niet altijd op kon rekenen: ik neem het allemaal mee. Het maakt me tot wie ik vandaag ben. En het geeft me mijn onderbuikgevoel, een stukje sensitiviteit. Het maakt ook dat ik soms weet hoe iets kan voelen, kan inschatten wat raakt. Door dat te gebruiken en soms te benoemen kom ik op een meer gelijkwaardig niveau met ouders.”

Iets van jezelf laten zien
Arina vraagt Ilona een voorbeeld te geven. Ilona: “Nou, ik nam eens een zaak over van een collega waarin de moeder telkens niet kon opschieten met mijn voorgangers. Ze durfde maar niet te zeggen waar zij tegenaan liep, maar had wel het gevoel dat ze haar niet accepteerden. Toen ik haar vroeg waarom ze haar dan niet zouden accepteren vertrouwde ze mij toe dat ze zich vroeger graag voordeed als man. En dat ze biseksueel is. Dat was voor mij het moment om open te zijn. Ik zei haar dat als ze haar niet zouden accepteren, ze mìj ook niet zouden accepteren. Ik val immers op vrouwen. Toen was het ijs gebroken. Er was respect naar elkaar. Ik schatte op dat moment in dat ik mezelf moest laten zien.” Arina glimlacht: “In alle gesprekken die ik de afgelopen jaren heb gevoerd, maar ook naar aanleiding van de Commissie de Winter: cliënten geven aldoor aan dat zij behoefte hebben aan zoveel mogelijk gelijkwaardigheid. Ze willen dat de jeugdbeschermer iets van zichzelf laat zien. Daarmee maak je de ongelijkwaardige relatie - die er per definitie is - beter. Toch blijkt dit op de werkvloer moeilijk. Het maakt je natuurlijk ook kwetsbaar. Het is de kunst - vakmanschap - dit op een goede manier in te kunnen zetten.”

Ilona schudt haar hoofd: “Ik vind dat dus niet moeilijk. Ik vraag me - bijna zonder na te denken - af: wat heeft dit kind, deze ouder van mij nodig zodat we tot een goede samenwerking kunnen komen? Ik wil een connectie maken en ga op zoek, waar kan ik ‘m vinden? Soms is het simpelweg een opmerking als ‘Ik kan mijn kinderen ook weleens achter het behang plakken’. Ook de tatoeage op mijn arm opent - verrassend genoeg - vaak deuren.  Natuurlijk schat ik in waar het kan, maar in veel situaties kan ik wel kleine stukjes van mijzelf geven.”

“Soms met de knuppel in het hoenderhok”
Arina vraagt: “Als ik jouw collega’s nou zou vragen waarmee jij het verschil maakt in de levens van gezinnen?” Ilona moet even nadenken: “Collega’s vinden mij vaak een doordrammer, ze zien dat ik me ergens in vast kan bijten. Ze weten dat ik op papier dingen soms niet zo goed kan verwoorden. En ze weten dat ik enorme waarde hecht aan duidelijkheid richting gezinnen. Duidelijkheid maakt samenwerking. Tenslotte hoop ik dat ze zullen zeggen dat ik probeer onbevooroordeeld te zijn. Dat maakt dat je de verbinding kunt leggen. Dat je neutraler kunt kijken en dan ziet wat er achter iemand ligt. Oprechte interesse tonen. En het lef hebben om het anders te doen. Soms met de knuppel in het hoenderhok.”

Lef
Arina: “Ik sla wel aan op die lef waar je het over hebt. ik vind soms dat het begrip veiligheid iets te veel is doorgeslagen. Onze insteek is en blijft dat een kind  zoveel mogelijk thuis is, tenzij het echt niet anders kan. We moeten echt weer wat meer tegen de stroom in en dat doe jij Ilona.” Ilona knikt instemmend: “ Ik voel me vaak koppig. Ik vind dat we naar ouders soms te kritisch zijn, te hoge eisen stellen. Iedere vader, iedere moeder moet fouten mogen maken. Net als jij en ik. Je wordt zo onder de loep gelegd als je eenmaal in de jeugdbescherming zit, dat is niet altijd fair. Wij als jeugdbeschermers moeten ons hiervan bewust zijn, want je hebt het niet altijd in de gaten. Kijk eens om een bochtje heen. Verplaatst je in de ouders en plaats het in context. Bekijk het ook vanaf een andere kant.”

Arina bedankt Ilona voor het interview: “Jij stelt je kwetsbaar op, dat moet je durven en kunnen doseren. Maar juist dan maak je de verbinding die zo nodig is.”

De kinderen wonen al ruim twee jaar bij hun pleegouders. Maar vandaag is het feest. Ze kunnen met wat ondersteuning terug naar huis, naar mama. Samen met de kids, hun moeder, stiefvader en beide pleegouders eet ik vandaag taart. Waar eerst werd gevochten zijn er nu cadeautjes en kaartjes. Mijn gedachten dwalen af naar een poos geleden. Ik pakte dit gezin over van een collega. Ik zag een moeder die enorm haar best deed. En een stiefvader die door hard te schreeuwen erg agressief overkwam. Ik zag dat er te lang was doorgemodderd. Ik zag de terughoudendheid van alle betrokkenen. Ik zag het verzoek tot gezagsbeëindiging. Ik voel weer hoe ik dacht ‘dit klopt niet’. Ik voel weer hoe ik opstond. Hoe ik in mijn team gooide dat het anders moest. Ik herinner me hoe de rechtbank hierin meeging. Ik weet weer hoe ik alles op alles zette om te onderzoeken of moeder het weer kon dragen. En hoe ik anderen hiervan overtuigde tot zij het ook zagen. Ik zie opnieuw de enorme inzet van de moeder die vocht als een leeuw voor haar jongen. Haar kinderen zijn nu weer thuis. Ik voel.. trots!