“Geen moeder laat haar baby zomaar achter”
‘Wij werken vanuit vakmanschap, lef én passie’ kun je lezen in onze missie. Een van de JBRR kernwaarden is dan ook: passie voor het vak. Binnen JBRR investeren we met het programma vakmanschap op de versterking, de erkenning én het zichtbaar maken van het vakmanschap van de jeugdbeschermer. Maar hoe ziet dat eruit in de praktijk?
Een van onze oud-jeugdbeschermers geeft een kijkje in haar werk.
Direct vertrokken
“Het was een warme zaterdagmiddag ergens in juli. Ik had bereikbaarheidsdienst. Ik werd gebeld door de centrale of ik een ziekenhuis uit de regio kon terug bellen.
Ik belde en kreeg de gynaecoloog aan de lijn. Er was een gezond baby’tje geboren, maar de moeder was direct na de bevalling vertrokken met de mededeling niet voor het kindje te kunnen zorgen. De moeder had haar dochter geen naam willen geven, uit angst zich te gaan hechten. De gynaecoloog die bij de bevalling was, gaf het meisje de naam die ze zelf droeg; Naomi.
Na afstemming met het ziekenhuis belde ik de kinderrechter met een verzoek om de voogdij, zodat dat geregeld was.”
Geen moeder laat haar baby zomaar achter
“Naomi kwam in een pleeggezin en na het weekend organiseerde ik met mijn manager dat ik voogd van Naomi mocht worden. Ik voelde dat ik iets te doen had. Niemand wist wat het verhaal van deze moeder was, maar ik wist één ding zeker; er is geen moeder die haar baby zomaar achterlaat.
Ik ging op onderzoek. Na veel moeite, geduld en in hele kleine stappen kreeg ik contact met moeder en daarmee zicht op wat er aan de hand was. Dat was veel, amper te overzien. Naomi groeide en ontwikkelde zich intussen in het pleeggezin. Ze deed het goed, maar ze was altijd volledig overstuur als haar pleegmoeder met haar in een vreemde situatie kwam, zoals bijvoorbeeld een simpele wandeling naar de supermarkt. Haar pleegouders waren geduldig en liefdevol, maar het vele huilen van Naomi vroeg ook het nodige van hen.”
Een kippenvelmoment
“Na 8 maanden organiseerde ik een ontmoeting tussen moeder en dochter. Een moment dat ik nooit zal vergeten. Naomi, die tot dat moment in elke vreemde situatie alleen maar kon huilen, kwam de bezoekruimte binnen en zat stil te kijken…
De moeder maakte contact met haar dochter. Dit deed ze zonder haar aan te raken. Ze praatte zachtjes en liefdevol tegen Naomi, stelde haar op die manier gerust. Na een paar minuten gaf de pleegmoeder mij een knikje dat Naomi wel uit de buggy kon naar moeder. Ik zei tegen de moeder dat ze haar meisje uit de buggy kon pakken als ze voelde dat het moment daar was. En moeder deed het. Rustig en liefdevol. Naomi keek, ontving en was rustig. Ze was volledig op haar gemak. Een kippenvel moment. Ik was sprakeloos. Ik ben nog nooit zo bevestigd in een biologische band tussen moeder en kind.”
Samen voor Naomi
“Vanaf dat moment ontstond er een samenspel, tussen Naomi, haar moeder, haar pleegouders, pleegzorg en ik, waarin we allemaal het belang van Naomi centraal stelden. Ik heb hemel en aarde bewogen om moeder in een moeder/kind huis te kunnen plaatsen. Een veilige plek waar zij aan haar problemen kon gaan werken, maar ook een veilige plek waarbij ik wist dat Naomi in goede handen zou zijn. We zijn gestart met een intensere bezoekregeling.
Toen moeder na een periode aan zichzelf had gewerkt, haar problemen op orde kreeg en een eigen woning had, zijn we langzaam aan overgegaan op co-ouderschap tussen moeder en pleegouders. Zij deden het samen. Samen voor Naomi. Ik kan het nog voelen, hoe natuurlijk en hoe mooi dit is gegaan. Toen Naomi 2,5 jaar was is zij volledig bij haar moeder gaan wonen.”