‘Jij gaf me mijn gezin weer terug’
‘Wij werken vanuit vakmanschap, lef én passie’ kun je lezen in onze missie. Een van de JBRR kernwaarden is dan ook: passie voor het vak. Binnen JBRR investeren we met het programma vakmanschap op de versterking, de erkenning én het zichtbaar maken van het vakmanschap van de jeugdbeschermer. Maar hoe ziet dat eruit in de praktijk?
Een van onze jeugdbeschermers geeft – samen met een oud-cliënt – een kijkje in haar werk.
Slecht beeld
Het leven van Debbie is lang somber geweest. Ze zat in een moeilijk huwelijk. Binnen het gezin vond bedreiging, mishandeling en verwaarlozing plaats. ‘Complexe multiproblematiek’ noemen we dat, met daarbij schulden waarvan naar later bleek deels door toedoen van de Toeslagenaffaire. In 2014 raakte de jeugdzorg betrokken en al snel werden alle kinderen door de rechter onder toezicht van de jeugdbescherming geplaatst.
Debbie kon haar man en oude patronen maar lastig loslaten. Ondertussen kwamen en gingen meerdere jeugdbeschermers . Debbie: “Ik zag het ene na het andere onbekende gezicht. Ze hadden allemaal hetzelfde slechte beeld van ons. En ondertussen werkte de vader van mijn kinderen ook nog alles tegen. Zijn verhalen werden geloofd. Ik voelde me continue weggezet als de dader.”
Alles op de rit?
Toen kwam Zaïna in het gezin: “Ik kreeg de zaak overgedragen van een collega die wegging. ‘Alles is op de rit, de hulpverlening zit erin. Je hoeft alleen maar te monitoren’ werd er gezegd. Toen ik me in de zaak ging verdiepen zag ik echter al snel dat er iets niet klopte. Het was helemaal niet ‘op de rit’, sterker nog: de ene na de andere crisis diende zich aan. Wat al meerdere malen was geprobeerd werkte duidelijk niet. Ik nam een stap naar achteren en zag dat de focus aldoor op de ruziënde ouders was gelegd. Dat ging ik anders doen.”
Debbie ontving Zaïna, weer een nieuw gezicht, in eerste instantie wantrouwend. Maar dat veranderde snel. Debbie: “Wat het precies was weet ik niet, ze had gewoon een positieve uitstraling. Ze was niet partijdig, niet beïnvloedbaar en zonder vooroordeel. Ze gaf duidelijke doelen en nam de tijd voor ons. Als ik haar appte, appte ze zodra ze kon terug. Ik moest weer opnieuw beginnen dus vroeg ik haar ‘blijf jij?’” Zaïna lacht: “Dat was natuurlijk wel mijn intentie. We waren heel eerlijk naar elkaar, ook als het moeilijk was. En dat konden we allebei waarderen.”
Warme band
Ondertussen knalde een van de kinderen van Debbie eruit. De school belde continue dat het weer mis ging. Thuis was hij niet te handelen en erg agressief. Debbie vroeg Zaïna om hem uit huis te plaatsen. Zaïna: “Maar dat wilden we niet. We wilden hem juist de veiligheid van zijn gezin bieden, hem niet bevestigen in zijn angst. Ondanks alles had dit gezin zo’n warme band met elkaar. Daar wilde je echt niet aankomen.” Dit betekende wel dat Debbie samen met haar gezin aan de bak moest. Zaïna regelde voor alle kinderen de bij hen passende hulp. Debbie, hoogzwanger van haar zesde kind met een nieuwe partner, zette zich volledig in: “Ik heb deze kids niet zomaar op de wereld gezet. Ik wilde er iets van maken.” Zaïna hielp haar weer ‘in control’ te komen, haar rol als opvoeder weer te pakken.
Loslaten
Zaïna: “Ondanks veel motivering lukte het niet om de vader van de kinderen voldoende te laten meewerken. Het gezin moest hem loslaten. Ik heb van alles gedaan om hem betrokken te houden, maar hij wilde mij maar niet ontmoeten.” Ook een poging om een band met zijn kinderen op te bouwen in het Omgangshuis strandde. “Op een gegeven moment besloot ik: ik kan geen OTS uitvoeren zonder te zien ‘wie ben jij?’ en als jij geen afspraken kunt nakomen. De vader wilde alleen telefonisch en via Whats-App contact onderhouden en informatie delen over zijn kinderen en de thuissituatie bij de moeder. Ik ben er voor de kinderen. Als je rechten wil hebben, dan horen daar ook plichten bij.”
Ze vervolgt: “Na heel wat pogingen vanuit de kinderen, waren de kansen op. Dat is heel verdrietig, maar we moesten verder. Natuurlijk kunnen we niet alles bij deze vader neerleggen, Debbie heeft ook een verantwoording in hoe het nu was. Ondanks zijn problematieken, blijft het de vader van deze kinderen. Maar nu moesten we ons concentreren op Debbie. Ik wilde dat ze begreep: ‘nu komt het op jou aan, ga het aan en pak alle hulp die geboden wordt stevig vast.’ En dat deed ze.”
Blijven praten
Debbie: “Zaïna heeft me echt geholpen om alles weer op een rijtje te krijgen. De hulp voor de kinderen sloeg aan, ik voelde me verantwoordelijk, ruimde mijn huis op en ging naar alle afspraken. En nee, dat ging echt niet altijd zonder slag of stoot. Natuurlijk zaten er dingen tegen, ging het toch weer mis op school of had ik onenigheid met Zaïna. Sterker nog: toen ik zwanger was van mijn zesde kindje, de eerste van mij en mijn nieuwe partner, wilde Zaïna een onder toezichtstelling vragen voor de baby. Ik was woest en heb een klacht tegen haar ingediend. Gelukkig nam ze me dat niet kwalijk en heeft dat ons contact niet verstoord.” Zaïna: “Natuurlijk niet, ze mag het met mij oneens zijn. Maar ik zal altijd eerlijk zeggen wat ik van een situatie vindt.” Debbie: “Ik mocht boos zijn, Zaïna ook. Maar we bleven praten en deden nooit de deur dicht.”
Inmiddels heeft Debbie eenhoofdig gezag over al haar kinderen. Debbie: “Mijn advocaat wilde dit bij de rechter voor ieder kind apart aanvragen. Je begrijpt: dat zou in de papieren lopen. Maar Zaïna stak daar een stokje voor!” Zaïna gniffelt: “Ik zie dat hoofd van die advocaat van jou nog voor me toen ik aan de rechter vroeg of hij niet alle kinderen in één keer aan jou toe wilde wijzen. Gelukkig begreep hij mij en was het direct voor elkaar.”
Ze zag mij
Zaïna sloot de zaak af. Met Debbie en haar gezin gaat het goed. Debbies nieuwe partner is een echte Rotterdammer en een stabiele en veilige factor gebleken, ook voor de kinderen. De kinderen kunnen waar nodig terugvallen op hulpverlening en ook Debbie zelf is met zichzelf aan de slag nu haar gezin in rustiger vaarwater is beland.
Debbie: “Jeugdbescherming, de jeugdzorg: het staat bekend als een heel zwart plaatje. Maar het zijn de ouders die het moeten doen. Zaïna zag mij en zag dat ik het wilde aanpakken. Het klinkt misschien gek, maar ik vond het echt spannend toen Zaïna ons verliet. Ik dacht ‘maar ik heb haar nodig!’. We hebben nog steeds contact met elkaar. Dan stuur ik haar bijvoorbeeld vakantiefoto’s van de kinderen of vraag ik haar iets als ik ergens over twijfel.” Zaïna: “Dat is toch mooi? Ik heb haar op het hart gedrukt dat dit haar eigen verdienste is, dat ze niet bang hoeft te zijn nu ze zonder ons verder gaat en dat ik enorm blij ben dat we haar dit steuntje in de rug hebben kunnen geven.”
Terugblik
Terugkijkend ziet Zaïna de vele uren die ze aan deze zaak heeft besteed. “Tijd was van cruciaal belang in dit verhaal. Ik zat bijna wekelijks bij Debbie op de bank of was in gesprek met hulpverlening of school. Ik maakte me zorgen, ook om het kind dat juist de minste problemen liet zien. Ik trapte op de rem bij Debbie als het allemaal even teveel werd.”
Zaïna schudt haar hoofd: “Ik bemoeide me continue met de hulpverlening en kreeg van hen zelfs het verwijt dat ik er teveel bovenop zat. Maar je loopt gewoon vaak tegen systemen aan en bent constant lijntjes aan het vasthouden, probeert iedereen in beeld te houden. Mijn aanpak ging misschien wat langzamer, maar het werkte wel. De regie was kwijt, de balans en structuur moest terug. En de rugzakjes van alle kinderen moesten leeg. Heel bewust ging ik soms buiten de lijntjes. Ik dacht altijd ‘als ik het maar kan uitleggen, dan zit dat wel goed’. Wat ik nodig had was tijd, ruimte en vertrouwen. Wat hielp was blijven communiceren en niet veroordelen.” Debbie knipoogt: “Ik gun ieder gezin een jeugdbeschermer als jij! Je gaf me mijn gezin weer terug.”
* Debbie is niet haar echte naam